Er bestaan drie soorten vaccins, die allemaal gebruikmaken van een andere techniek om het lichaam antistoffen te laten aanmaken:

Messenger-RNA-vaccins (mRNA, een techniek die sinds de jaren 1990 gebruikt wordt voor menselijke vaccins, en al langer voor dieren): het vaccin levert het organisme de genetische code aan die nodig is om de spicula van het coronavirus – de 'spike-eiwitten' waaraan het virus te herkennen valt – te produceren. Dankzij die code maakt ons lichaam zelf spicula, en dus ook antilichamen, aan. Het RNA wordt niet opgenomen in ons eigen DNA. Het kan ons genoom dus niet wijzigen. Dit vaccin is vrij fragiel, wordt met behulp van een lipide (een vetdruppel) in het lichaam ingebracht en moet bij heel lage temperaturen worden bewaard. Deze vaccins zijn stuk voor stuk mRNA-vaccins:

  • Vaccin van Pfizer: 2 injecties met een tussentijd van 21 dagen, bewaren op -70 °C, 95% bescherming;
  • Vaccin van Moderna: 2 injecties met een tussentijd van 28 dagen, bewaren op -20 °C, 94% bescherming;
  • Vaccin van CureVac.

Viralevectorvaccins (heel klassieke vaccinatietechniek): de genetische code van de spicula van het coronavirus wordt opgenomen in een ander, onschadelijk virus (bij voorkeur een verzwakt adenovirus).  Dankzij die code maakt ons lichaam zelf (onschadelijke) spicula, en dus ook antilichamen, aan. Dit soort vaccins worden niet zo snel geproduceerd als de mRNA-vaccins, maar zijn wel gemakkelijker te bewaren.

  • Vaccin van AstraZeneca: 2 injecties met een tussentijd van 28 dagen, bewaren op 2-8 °C, 70-90% bescherming;
  • Vaccin van Johnson & Johnson: 1 injectie, bewaren op 2-8 °C, 90% bescherming.

Vaccins met recombinante eiwitten: deze vaccins bevatten spicula van het coronavirus die in het laboratorium geïsoleerd werden. Daardoor zijn ze onschadelijk, maar triggeren ze ook geen correcte immuunrespons. Daarom worden ze in het vaccin gecombineerd met een adjuvans, een chemische molecule die het immuunsysteem stimuleert om antilichamen aan te maken.

  • Vaccin van GSK-Sanofi;
  • Vaccin van Novavax.

De vaccins van Pfizer en Moderna zijn als eerste beschikbaar in België. Het vaccin van AstraZeneca zou vanaf eind januari 2021 beschikbaar moeten zijn. De andere worden nog niet gebruikt bij ons.

Beide vaccins maken gebruik van dezelfde technologie (messenger-RNA) en bieden dezelfde hoge beschermingsgraad, maar zijn toch nog erg verschillend.

Het vaccin van Moderna is bedoeld voor iedereen boven achttien jaar. De twee injecties worden met een tussentijd van 28 dagen toegediend.  Moderna-vaccins zijn een half jaar houdbaar in de diepvries (-20° C) en dertig dagen in de koelkast (2 tot 8° C).

Bij het Pfizer-vaccin ligt de leeftijdsgrens op zestien jaar. De twee injecties worden met een tussentijd van 21 dagen toegediend. Dit vaccin wordt bewaard op -70 °C.

Qua nevenwerkingen zijn er geen grote verschillen. 

Ook als vaccins worden toegelaten tot de Europese markt, gaat het onderzoek door. De fabrikant is verplicht de komende twee jaar aanvullende informatie te geven over het Moderna-vaccin. Bijvoorbeeld over hoe lang het vaccin bescherming geeft, hoe goed het personen met een minder goed afweersysteem beschermt en of het vaccin ook besmetting met anderen voorkomt.

Neen. De beschikbare vaccins worden ingezet om prioritaire groepen te vaccineren. Europa heeft alle vaccins die gebruikt zullen worden goedgekeurd. De controle door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) omvat een grondige studie van alle resultaten door onafhankelijke experts. Zij gaan na of de garanties die het bedrijf geeft wel echt zijn aangetoond. De claim dat de vaccins veilige producten zijn, komt dus niet louter van de producenten zelf.

Het is van belang dat zo veel mogelijk personen zich laten vaccineren om tot groepsimmuniteit te komen. Daarvoor moeten we een vaccinatiegraad van 70 tot 80% halen. Toch zijn er uit voorzorg momenteel ook specifieke groepen uitgesloten van vaccinatie:

  • Kinderen jonger dan 16 jaar;
  • Zwangere vrouwen (vrouwen met een kinderwens moeten een zwangerschap uitstellen tot minstens twee maanden na de laatste dosis van het vaccin);
  • Personen met koorts en acute infecties;
  • Personen die een positieve coronatest afleggen minder dan vijftien dagen na het verdwijnen van de symptomen
  • Personen met een voorgeschiedenis van ernstige allergische reacties.

Er is nog meer onderzoek nodig om uit te maken of het vaccin ook veilig is voor kinderen en zwangere vrouwen. Vrouwen die borstvoeding geven, mogen zich wel al laten vaccineren. Dat bewijzen recente studies uit de Verenigde Staten.

Bij een voorgeschiedenis van ernstige allergische reactie kan het vaccin indien nodig in een gecontroleerde ziekenhuissituatie worden toegediend.

De experts van de Hoge Gezondheidsraad leggen op dit moment deze criteria vast.

Om voldoende bescherming te bieden, moeten de huidige vaccins in twee dosissen worden toegediend. Dat is bij vaccinatie wel vaker het geval, denk maar aan inentingen tegen hepatitis A en B. Eén dosis van het coronavaccin zal dus niet voldoende zijn om langdurig beschermd te zijn. Wie zich laat vaccineren, moet dus zeker de tweede datum van inenting vrijhouden in de agenda.

Er leeft bij een deel van de bevolking ongerustheid over de nieuwe vaccins, en dat is begrijpelijk. De snelheid waarmee ze ontwikkeld zijn, geeft sommigen een ongemakkelijk gevoel. Zijn er geen belangrijke stappen overgeslagen? Is het geen haastwerk?

Het antwoord is neen: de vaccins hebben wel degelijk alle nodige stappen doorlopen, net zoals dat bij andere vaccins gebeurt. Dat er op zo’n korte tijd verschillende vaccins ontwikkeld zijn, is simpelweg het resultaat van een nooit eerder geziene zoektocht en samenwerking. Tientallen laboratoria hebben zich in de strijd geworpen, en gaven de ontwikkeling van een coronavaccin absolute prioriteit. Omdat COVID-19 deel uitmaakt van een familie van coronavirussen (met onder meer SARS en MERS), zijn veel onderzoeken ook niet van nul gestart. Er is voortgebouwd op bestaande, succesvolle vaccins tegen andere types coronavirussen.

Intussen heeft Pfizer alle onderzoeksresultaten vrijgegeven en gepubliceerd in The Lancet, een belangrijk wetenschappelijk tijdschrift. Publicatie is enkel mogelijk na grondige controle van de studie door onafhankelijke wetenschappers van over de hele wereld.

De bijsluiter van het vaccin van Pfizer/BioNTech beschrijft volgende mogelijke bijwerkingen: een pijnlijke arm op de plaats van injectie, hoofdpijn, koorts, spierpijn en/of koude rillingen. Deze bijwerkingen kunnen onaangenaam of ongemakkelijk zijn, maar ze zijn niet levensbedreigend. Ze zijn ook niet uitzonderlijk: andere vaccins kunnen bij sommige personen tot vergelijkbare ongemakken leiden.

De oorzaak van deze bijwerkingen is de manier waarop het vaccin het immuunsysteem prikkelt. Gemiddeld duren de ongemakken een dag of iets langer.

Voor de andere kandidaat-vaccins is het nog wachten op een beschrijving van eventuele bijwerkingen. België heeft ook bestellingen geplaatst bij AstraZeneca en Johnson&Johnson, die een andere vaccintechnologie gebruiken.

Ernstige allergische reactie is, zoals bij elk vaccin, mogelijk maar zeer zeldzaam. Vaccinatieteams zijn opgeleid en speciaal uitgerust om hier gepast op te reageren.

Bij de start van de vaccinatie in het Verenigd Koninkrijk kregen twee gezondheidswerkers met een voorgeschiedenis van ernstige allergische reacties een anafylactoïde reactie (een stevige allergische reactie). Ze kregen huiduitslag en wat ademhalingsmoeilijkheden, maar stellen het intussen prima. Zo'n reactie kan optreden na het innemen van een geneesmiddel of van een vaccin. Meestal is dat het gevolg van een allergie aan een van de bestanddelen van een vaccin.

Dergelijke reacties zijn uitzonderlijk en gebeuren snel na de vaccinatie (5 à 10 minuten). Daarom is in de draaiboeken voorzien dat iedereen na vaccinatie kort ter plaatse moet blijven.

Over mogelijke effecten op drie tot zes maanden is al een hele hoop data beschikbaar uit klinische studies. Die data tonen nergens een probleem. Aangezien het over nieuwe vaccins gaat, zijn de effecten op nog langere termijn nog onbekend. Er lopen momenteel nog heel wat studies. Epidemiologen spreken van een berekend risico, waarbij de ernst van de infectieziekte die we willen voorkomen in rekening gebracht moet worden. COVID-19 legt een enorme hypotheek op onze manier van leven en werken, en bij elke nieuwe golf komt de gezondheidszorg onder zware druk.

Daarnaast is het moeilijk om voor een periode langer dan twee jaar (de duur van de opvolgingsstudies) nog de link te kunnen leggen tussen medische problemen en een vaccin. Dat is ook zo bij vaccins die al heel lang bestaan.

Neen. De vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna zijn RNA-vaccins. Die bevatten stukjes genetische code van het sars-CoV-2-virus. Het gaat om de stukjes code voor de typische ‘spike-eiwitten’ van sars-CoV-2.

Na injectie nemen lichaamscellen het virus-RNA op. Die cellen maken dan de ‘spike-eiwitten’ aan. De reactie van het immuunsysteem is (onder meer) antistoffen produceren. Bij een echte aanval van sars-CoV-2 is het lichaam dan gewapend om het virus te neutraliseren.

De genetische code van het RNA in lichaamscellen kan ons menselijke DNA niet wijzigen of beschadigen, of tumoren opwekken. Het is namelijk niet mogelijk dat een stuk RNA in ons DNA wordt ingebouwd. DNA bestaat uit twee strengen en RNA slechts uit één streng, waardoor ze niet compatibel zijn. Het RNA wordt weer afgebroken en verdwijnt.

Wie COVID-19 heeft opgelopen en ervan hersteld is, heeft een tijdlang antilichamen in zijn bloed. Helaas verdwijnen die snel weer, waardoor er niet langer sprake is van bescherming. Er zijn wereldwijd al gevallen bekend van mensen die voor de tweede keer besmet zijn geraakt. We weten nog niet hoelang een natuurlijke infectie immuniteit biedt tegen een nieuwe infectie. Momenteel wordt onderzocht hoe lang het vaccin beschermt tegen het virus.

Ben je besmet met COVID-19, dan kan je ten vroegste vijftien dagen na de laatste symptomen in aanmerking komen voor vaccinatie. Zo worden mogelijke ziektesymptomen niet geïnterpreteerd als bijwerkingen van de vaccinatie.

Bovendien dient een vaccin niet louter om jezelf te beschermen. Wie zich laat vaccineren, beschermt indirect ook anderen. Hoe meer mensen gevaccineerd en dus immuun zijn, hoe groter de beschermingsgordel en hoe moeilijker het virus zich nog kan verspreiden. Enkel als 70 tot 80% van de bevolking zich laat vaccineren, bereiken we groepsimmuniteit. En die is noodzakelijk om op termijn het normale leven met onbeperkte sociale contacten opnieuw te kunnen opnemen.

De coronavaccins van Pfizer/BioNTech, Moderna en AstraZeneca blijken een goede bescherming te bieden tegen COVID-19. Bij contact met een besmettelijk persoon is de kans dat je beschermd bent met het AstraZeneca-vaccin 70%. Bij de vaccins van Moderna en Pfizer/BioNTech loopt dat op tot meer dan 90%. Het vaccin verkleint aanzienlijk de kans dat je ziek wordt, maar neemt die niet volledig weg zolang het virus circuleert.

Toch zijn er ook nog aspecten onduidelijk. Zo weten we nog niet hoe doeltreffend de vaccins zijn voor specifieke leeftijds- of risicogroepen. Ook de duur van de bescherming is nog een open vraag. De kans bestaat dat de vaccins geen definitieve bescherming bieden. En niet onbelangrijk: het is nog niet geweten of het vaccin ook voorkomt dat je besmettelijk kunt zijn zonder symptomen. Met andere woorden: dat je het virus toch verspreidt, ook al ben je zelf beschermd.

Vaccinatie zal dus niet meteen betekenen dat de preventiemaatregelen gelost kunnen worden.

Bij het Pfizer-vaccin ontwikkelen antistoffen zich zeven tot twaalf dagen na de eerste dosis. De tweede dosis wordt drie weken na de eerste dosis toegediend, en ook dan worden er zeven tot twaalf dagen later antilichamen gevormd. Een gevaccineerd persoon wordt twee weken na de tweede dosis als beschermd beschouwd. Voor de andere vaccins die op dit moment beschikbaar zijn, gelden ongeveer dezelfde termijnen. 

Het is niet vreemd dat het coronavirus muteert. Dat is gebruikelijk bij virussen. Een mutatie is het gevolg van een ‘schrijffout’ bij duplicatie van het virus. Er zijn op dit moment mogelijk tientallen mutaties.

Het kan gebeuren dat een mutatie de dominante stam wordt. Zo is het intussen al duidelijk dat de Britse variant van COVID-19 een stuk besmettelijker is (tussen 30 en 70%). Op het vlak van intensiteit van de ziekte of de kans op overlijden is er geen verschil met andere varianten.

Het lijkt erop dat de vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna ook voldoende beschermen tegen de Britse en Zuid-Amerikaanse varianten. Het zou kunnen dat de huidige vaccins een lagere beschermingsgraad bieden tegen sommige mutaties. Dit wordt nog verder onderzocht.

Hoe lang de huidige coronavaccins (Pfizer/BioNTech en Moderna) bescherming bieden, is nog niet duidelijk. Het onderzoek loopt.

Uit peilingen blijken veel regionale verschillen. In Vlaanderen is ongeveer 70% van de bevolking bereid zich te laten vaccineren, en in Wallonië ongeveer 50%.

Op dit moment is dat niet de bedoeling. Vaccinatie gebeurt op vrijwillige basis.

Neen, om verschillende redenen. Ten eerste ben je zo niet beschermd en loop je nog steeds kans besmet te raken. Tegelijk is het ook niet solidair: met een vaccin bescherm je niet alleen jezelf, maar ook kwetsbare anderen, zoals kankerpatiënten of zwangere vrouwen. Als te veel mensen afwachten en op anderen rekenen, dan zal het heel lang duren voor we groepsimmuniteit bereiken. Of erger nog, misschien bereiken we die dan helemaal niet. Als we terug willen naar een normaler leven, is een brede vaccinatiegraad (70 tot 80% van de bevolking) een must.

Het is belangrijk om te benadrukken dat alle noodzakelijke stappen in de ontwikkeling van een vaccin ook bij de coronavaccins zijn doorlopen. De snelheid van ontwikkeling betekent niet dat er controlestappen zijn overgeslagen. Er is dus effectief al breed getest, voor de vaccins groen licht kregen.

Het is altijd aangeraden om gezond te leven, maar er bestaan geen manieren om ons immuunsysteem dusdanig te ‘boosten’ dat we niet meer vatbaar zouden zijn voor het coronavirus. Overgewicht en een hoge bloeddruk vergroten het risico op heftige reacties bij besmetting, maar niemand is onkwetsbaar. Vaccins zijn in het verleden al zeer nuttig gebleken in de strijd tegen ernstige ziektes zoals mazelen of polio.

Dat risico blijft helaas nog geruime poos een realiteit. Miljoenen Belgen (70 tot 80% van de bevolking) moeten zich laten vaccineren, willen we tot groepsimmuniteit komen. Zelfs als voldoende mensen daartoe bereid zijn, zal het een groot deel van 2021 in beslag nemen voor die operatie rond is. Naarmate de vaccinatiegraad toeneemt, zullen er versoepelingen in de preventiemaatregelen mogelijk zijn. Maar we zullen nog geruime tijd met de dreiging en de ongemakken van het virus moeten leven.

Neem zeker een kijkje op laatjevaccineren.be en gezondheidenwetenschap.be. Daar vind je wetenschappelijk correcte informatie.