Welke PBM’s zijn wettelijk verplicht voor arbeid bij bosontginning?

Alle werknemers in bedrijven voor bosontginning moeten een set “standaard” persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) gebruiken.

Welke persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken?

1. Bij de start van het werk en jaarlijks te hernieuwen:
   • 1 veiligheidsbroek
   • 2 paar schoenen naar keuze (halfhoge, lage of laarzen) en een doos schoensmeer
   • 2 paar schoenveters, 2 paar zolen en 2 paar kousen
   • 1 fluorescerende vest
   • 2 paar handschoenen (antislip en lederen)
   • 1 regenvest
   • 1 doos eerste hulp
2. Een beschermingsbril voor bestuurders.
3. Een hoofddeksel met geïntegreerd oogscherm en schelpen. Deze maakt deel uit van de set persoonlijke beschermingsmiddelen bij de start van het werk én wordt vervangen bij beschadiging of einde levensduur.

Wie neemt de kosten van de PBM’s voor zijn rekening?

De kosten voor het ter beschikking stellen en het onderhoud er van zijn ten laste van het “Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen”, ook het “Bosuitbatingsfonds” genoemd.

Waar staat dit in de wetgeving?

• Dit is overeengekomen in het Koninklijk besluit van 8 oktober 2014 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de persoonlijke beschermingsmiddelen (1)
• De CAO treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2013.