Het jaarverslag van de milieucoördinator in 3 vragen

Heeft jouw organisatie een in- of externe milieucoördinator, dan is de kans groot dat hij een jaarverslag moet indienen. De deadline: 1 april. Over wie zo’n verslag moet maken, bestaat geen discussie. Op het vlak van inhoud en vorm laat de wet wél ruimte voor interpretatie. 3 vragen over de wettelijke verplichtingen.

1. Voor welke bedrijven is het jaarverslag verplicht?

Het jaarverslag is enkel verplicht voor bedrijven die een milieucoördinator moeten hebben. Of je al dan niet een (interne of externe) coördinator moet aanduiden, hangt af van de klasse waartoe je organisatie behoort. Die indeling is gebaseerd op de milieueffecten van je activiteiten.

  • klasse 1: de meest hinderlijke activiteit, zoals schrootverwerking, petrochemie en de productie van bouwmaterialen;
  • klasse 2: minder hinderlijke activiteit, bijvoorbeeld metaal- en houtbewerkingsbedrijven en benzinestations zonder LPG;
  • klasse 3: de minst hinderlijke activiteit. Denk aan bakkers, autogarages en kantoorgebouwen.

Valt je bedrijf onder klasse 1, dan moet je een milieucoördinator aanstellen en dus ook een jaarverslag indienen. Ook bepaalde organisaties die onder klasse 2 behoren, hebben die verplichting. In je milieu- of omgevingsvergunning lees je onder welke categorie het bedrijf valt.

De verplichting om al dan niet een milieucoördinator in dienst te hebben (en een jaarverslag in te dienen), geldt enkel in Vlaanderen. De regel is dus niet van toepassing in Brussel en Wallonië. Dat betekent niet dat je geen acht hoeft te slaan op milieueffecten. Maar de wet vereist niet dat je er een specifieke persoon voor aanduidt.

2. Wat staat in het verslag?

Een jaarverslag indienen is een van de wettelijke taken van de milieucoördinator. Hij is immers verantwoordelijk voor het milieubeleid van je organisatie.

In het rapport beschrijft de milieucoördinator onder andere:

  • de verschillende milieuacties die hij heeft ondernomen;
  • de adviezen die hij heeft voorgesteld aan de directie;
  • hoe je organisatie deze adviezen heeft opgevolgd.

Verder zijn er geen specifieke vereisten op het vlak van vorm en inhoud. Daardoor lopen de jaarverslagen in de praktijk uiteen. Deze structuur biedt een leidraad:

  1. de administratieve gegevens: de gegevens van je organisatie en de milieucoördinator en de omschrijving van je activiteiten;
  2. de vergunningen: de milieu- en omgevingsvergunningen, bijzondere voorwaarden, verkregen afwijkingen,…;
  3. de wettelijke taken: een overzicht van de bedrijfsrondgangen, opvolging van adviezen en periodieke controles, externe communicatie,...;
  4. de milieudomeinen: analyses, metingen en onderzoeken op het vlak van lucht, water, bodem, geluid en afval;
  5. een algemeen besluit.

3. Wat gebeurt er met het verslag?

Het jaarverslag moet vóór 1 april beschikbaar zijn voor zowel de directie als de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Heb je geen sociale overlegorganen, dan moet de vakbondsafvaardiging het verslag kunnen inkijken.

Tijdens een vergadering overloopt de milieucoördinator zijn verslag met de afgevaardigden van het CPBW, waarbij zij vragen mogen stellen over de inhoud.

Jaarverslag milieucoördinator ≠ milieujaarverslag

Het Integraal Milieujaarverslag is de aangifte van emissie en immissie en dien je vóór 15 maart in. Omdat beide deadlines elkaar snel opvolgen, worden de twee documenten vaak samen overgemaakt aan het CPBW voor 15 maart.

Hulp nodig bij je milieuadministratie?

Onze milieuspecialisten helpen je graag verder. Stel ons je vraag via onderstaand contactformulier en onze experten nemen contact met je op.