Stress op het werk: 1 op 4 kan er moeilijk mee om

In het drukke najaar neemt werkgebonden stress bij sommige collega’s opnieuw de bovenhand. Mensura onderzocht hoe het anno 2019 met de stressbeleving op de werkvloer staat. Uit het grootste Belgische onderzoek ooit naar stress op het werk blijkt dat leidinggevenden het vaakst werkstress ervaren. Toch zijn het vooral niet-leidinggevenden die moeilijker kunnen omgaan met stress.

Over een periode van bijna drie jaar peilde Mensura via een online bevraging bij ruim 28.000 werknemers naar de mate waarin zij werkgerelateerde stress ervaren. 23% van de ondervraagden had op het moment van de bevraging een leidinggevende functie.

Niet-leidinggevenden worstelen meer met stress

De stresservaring naar aanleiding van het werk is bij leidinggevenden groter dan bij niet-leidinggevenden. Ongeveer 60% van de leidinggevenden geeft aan matig tot zeer gestresseerd te zijn. Bij niet-leidinggevenden – zowel arbeiders als bedienden – is dat net geen 50%.

Maar op het vlak van omgang met werkstress, blijkt net het omgekeerde. Ook al geven leidinggevenden aan meer stress te ervaren, toch blijken ze beter in staat om ermee om te gaan. Zo’n 4 op 5 leidinggevenden (81%) beweren meestal tot altijd op een gezonde manier met hun stressniveau te kunnen omgaan. Bij niet-leidinggevenden is dat minder het geval: bijna 1 op 4 (24%) geeft te kennen soms tot nooit gezond met werkstress om te kunnen.

 

Meer controle vormt buffer tegen stress

Bart Vriesacker, stressexpert bij Mensura: “Het aantal werknemers dat substantieel stress ervaart blijkt hoog, gemiddeld 55%. Dat hoeft niet alarmerend te zijn: stress is niet per definitie negatief. Maar als je er moeilijk mee overweg kunt, wordt het een voedingsbodem voor kleine of grotere kwalen. Denk maar aan overspannen zijn, lichamelijke ongemakken, tot zelfs burn-out.”

“Dat leidinggevenden aangeven beter om te kunnen met werkgebonden stress, heeft vooral met controle te maken. Sturende functies hebben meer sleutels in handen om met hun stress om te gaan, zoals autonomie. Inspraak hebben in wie wat wanneer doet en hoe dat moet gebeuren zijn belangrijke buffers tegen stress.”

De belangrijkste oorzaken van stress

Het onderzoek peilde ook naar stressoren (wat geeft je stress?) en stressbuffers (wat remt je stress af?). Dit geven werkende Belgen aan als de grootste stressfactoren:

  • Mentale belasting door de werkinhoud of, anders gezegd, de nood aan concentratie.
  • Daarna volgen werkdruk en emotionele belasting door het werk (emoties veroorzaakt door de aard van het werk en professionele contacten).
  • De moeilijkheidsgraad van het werk
  • De sfeer op de werkvloer.

Bart Vriesacker: “Werksfeer is water én vuur voor stressbeleving. Een collegiale omgeving waar collega’s bijspringen voor elkaar helpt stress te kanaliseren. Maar het omgekeerde is ook waar: een toxische omgeving waar het principe ‘ieder voor zich’ geldt, is een vliegwiel voor druk en spanningen. Negatieve impact op de werksfeer straalt bovendien af op de productiviteit. Wie veel stress ervaart, werkt misschien meer uren, maar is uiteindelijk minder productief.”

Duidelijke afspraken en communicatie beste stressbuffers

Te lange blootstelling aan hevige stress, is nefast voor de mentale en de fysieke gezondheid en kan op termijn een oorzaak van uitval worden. Daarom is het als bedrijf belangrijk om actie te ondernemen om overtollige of aanhoudende stress te verlichten of weg te nemen.

Dit zijn volgens de respondenten de belangrijkste

  • heldere werkprocedures en een duidelijke manier van werken.
  • (een zekere mate van) vrijheid en zelfstandigheid om het werk zelf te organiseren en beslissingen te nemen.
  • de steun en waardering van een leidinggevende

Bart Vriesacker: “Autonomie is niet in alle jobs evident of zelfs mogelijk. Veel arbeidersfuncties bieden op dat vlak weinig speelruimte en nochtans geeft die groep die duidelijk aan stress te ervaren. In die gevallen is het aangewezen om extra aandacht te besteden aan andere stressremmende factoren.”

“Op het vlak van steun en waardering is de cruciale rol van coach en luisterend oor niet automatisch bij elke leidinggevende ingebakken.

Organisaties moeten juiste omgang met stress faciliteren

Het is vooral zaak om leidinggevenden en medewerkers de tools aan te reiken zodat ze alles wat van hen verwacht wordt ook naar behoren in de praktijk kunnen brengen”, vindt Bart Vriesacker. “Het is daarom zinvol om te investeren in leiderschapstrainingen die de focus leggen op coaching en in sensibilisering van medewerkers.”

Tegelijk moeten werknemers die niet uit eigen beweging met een stressprobleem bij hun overste aankloppen op tijd in beeld komen. “Ook signalen herkennen van overmatige stress of het begin van burn-out is een vaardigheid die niet uit de lucht komt vallen. Wat heb je aan een opendeurcultuur als een leidinggevende nooit geleerd heeft hoe hij een gesprek over gevoelige materie in goede banen kan leiden? Praten werkt, maar dan moeten we het als organisaties ook faciliteren.”

Wat kunnen organisaties doen om stress te verminderen?

  1. Maak werk van duidelijkheid op het vlak van afspraken.
    “Zeker in deze tijden van snelle veranderingen, vervagende functiebeschrijvingen en meer en meer projectmatig werk is het belangrijk om de roles and responsabilities duidelijk af te bakenen. Zo is het voor iedereen helder wat van hem of haar verwacht wordt. Dat kan al veel gepieker, ergernissen of conflicten vermijden.”
     
  2. Tracht waar mogelijk de autonomie van werknemers te verhogen.
    “Meer en meer duiken zelfsturende teams op in organisaties. Sommige organisaties durven het zelfs aan om enkel de grote krijtlijnen en objectieven te bepalen. De invulling om het doel te bereiken leggen ze bij de werknemers. Met de juiste omkadering is dit zeker een positief tegengewicht voor werkgebonden stress.”
     
  3. Zet volop in op ondersteuning door leidinggevenden.
    “Vooral coachend leiderschap, waarbij de leidinggevende ondersteunt en medewerkers helpt in het zelf zoeken naar oplossingen – en hen dus ook helpt groeien – is hierbij een concrete meerwaarde.”