Prikincidenten op de werkvloer in 4 vragen

Alleen al in de Europese gezondheidssector gebeuren er jaarlijks meer dan 1 miljoen prikincidenten. Daarbij komt bloed of een lichaamsstof van de ene persoon in het lichaam van iemand anders. Prikongevallen houden dan ook grote risico’s in. Dit moet u weten om prikaccidenten bij medewerkers te voorkomen of te behandelen.

1. Wat zijn prikincidenten?

Prikincidenten zijn een verzamelnaam voor 3 soorten ongevallen:

  • Een prik- en snijaccident: het bloed van de ene persoon belandt in het lichaam van een ander. Dat gebeurt via een scherp voorwerp, zoals een injectienaald of scalpel.
  • Een spatincident, waarbij er bloed op de slijmvliezen of niet-intacte huid terechtkomt.
  • Een bijtongeval: er komt bloed op het mondslijmvlies of speeksel in een open wonde.

Bij prikongevallen kunnen medewerkers het hepatitis B-virus (HBV), hepatitis C-virus (HCV) of hiv oplopen. Cruciale elementen daarbij zijn de diepte van de wonde, in welke mate er lichaamsvocht binnendringt in het lichaam van de werknemer en de bron van het lichaamsvocht. Is de bron een drager van hiv of hepatitis B en C, dan betekent dat niet dat een medewerker sowieso besmet is: niet elk bloedrestje bevat het virus.

2. Hoe gebeuren prikongevallen?

Prikincidenten komen vooral voor in de gezondheidssector. Denk aan medewerkers van ziekenhuizen, verpleeghuizen en laboratoria. Maar ook in gevangenissen, politiebureaus, openbare toiletten en het openbaar vervoer is er een verhoogde kans op prikongevallen.

Bloed of andere lichaamsvloeistoffen kunnen op tal van manieren overgedragen worden. Voorbeelden zijn:

  • Een ziekenhuismedewerker prikt zich aan een gebruikte injectienaald.
  • In de operatiekamer belanden bloedspatten in de ogen, mond of op beschadigde huid.
  • Tijdens mond-op-mondbeademing komt er vrijgekomen bloed van de gewonde in de mond van de helper.
  • Bij verzet tijdens een arrestatie of in een psychiatrisch centrum wordt de medewerker gebeten.
  • Een schoonmaker vindt gebruikte drugsnaalden in stations, gevangenissen of treinen en prikt zich.

3. Hoe kunt u prikincidenten voorkomen?

Blijkt uit de risicoanalyse dat medewerkers een verhoogd risico lopen op prikaccidenten, dan bent u als werkgever verplicht om hen te beschermen aan de hand van 5 maatregelen.

  1. Bied werknemers preventieve vaccinaties aan tegen hepatitis B.
  2. Werk procedures uit voor een veilige omgang met besmette afvalmaterialen, zoals naalden.
  3. Voorzie de noodzakelijke hulp- en beschermingsmiddelen op de werkplek zodat medewerkers elk contact met bloed of lichaamsvochten kunnen vermijden, zoals handschoenen en aangepaste werkkledij. Ook een masker en veiligheidsbril kunnen nuttig zijn, bijvoorbeeld in operatiezalen.
  4. Zie er nauwgezet op toe dat medewerkers gemaakte afspraken naleven.
  5. Stel heldere melding- en registratieprocedures van prikongevallen op. Daarbij heerst er een no blame-cultuur: medewerkers moeten ongestraft incidenten kunnen melden.

Bewustmaking is onontbeerlijk

De preventie van prikongevallen ligt vooral bij medewerkers zelf. Sensibilisering is dan ook cruciaal om het risico op incidenten te vermijden. Focus daarom periodiek op veilige werkmethodes in opleidingen en infosessies. Welke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt? Welke vaccinaties zijn er beschikbaar? Voorzie ook posters met bijvoorbeeld tips over veilig naaldgebruik en de algemene voorzorgsmaatregelen voor contacten met patiënten, gedetineerden enz.

4. Wat als er toch een prikincident voorvalt?

Komen medewerkers toch in contact met bloed, dan neemt u onmiddellijk volgende maatregelen:

  • EHBO-procedure: laat bij prik-, snij of bijtongevallen de wonde zo veel mogelijk uitbloeden onder warm stromend water. Ontsmet daarna met Hibitane (alcoholische oplossing) of HAC (Hospital Antiseptic Concentrate, een reinigende oplossing) en dek de wonde steriel af. Bij een spatincident wast u de huid overvloedig met zeep. Kwam het bloed in de mond of ogen terecht, spoel dan met respectievelijk water of steriel fysiologisch water.
  • Bloedafname: breng onmiddellijk de directe verantwoordelijke op de hoogte en zorg binnen de 24 uur voor een bloedafname via de spoedgevallendienst van een ziekenhuis. Zo kan het bloed worden getest op hiv, hepatitis B en C. Verwittig binnen dezelfde tijdspanne ook de bedrijfsarts. Die bepaalt of er een vervolgbehandeling nodig is.
  • Aangifte arbeidsongeval: vul binnen de 24 uur de arbeidsongevallenverklaring in en ga na of het ongeval voorkomen had kunnen worden. Zo ja, neem dan bijkomende preventiemaatregelen.
  • Bepaal de serostatus van de bron: test indien mogelijk de bron op hiv en hepatitis B en C. Worden een of meer van de virussen teruggevonden? Meld dit dan onmiddellijk aan de bedrijfsarts.

Roep prikincidenten een halt toe

Mensura helpt u om het risico op prikincidenten tot het minimum te beperken. Is er toch een prikongeval? Dan helpen wij u bij de correcte opvolging. Vragen? Neem voor meer informatie contact met ons op via +32 2 549 71 00.