10 hardnekkige misverstanden over het griepvirus ontkracht

Een uitdaging: probeer iemand te vinden die nog nooit de griep heeft gehad. Moeilijk? Dat is maar logisch ook. Elk jaar blijven meer dan een op de tien Belgische medewerkers gemiddeld zeven dagen thuis, geveld door het griepvirus. Wij ontkrachten de tien meest voorkomende misverstanden en geven enkele handige tips mee om je medewerkers te beschermen.

1. “Griep is niets meer dan een zware verkoudheid”

Soms is een griepbesmetting niet onmiddellijk duidelijk, omdat de symptomen lijken op die van een stevige verkoudheid.

Toch is griep – ook gekend als ‘influenza’ – een virus apart. In essentie is het een aandoening van de luchtwegen, maar wie het zwaar te pakken heeft, krijgt ook hevige spierpijn en hoge koorts te verduren. Andere mogelijke symptomen zijn hoofd- en keelpijn, een loopneus of een droge hoest. Soms met ernstige complicaties als gevolg, zoals een longontsteking. Het virus is dus zeker niet onschuldig en kan zelfs gevaarlijk zijn, vooral bij risicogroepen zoals ouderen of zwangere vrouwen.
 

2. “Griep krijg je enkel in de winter”

Hoewel griep veel vaker voorkomt in de winter, is er geen link met de weersomstandigheden. Griep krijgen we door in aanraking te komen met het griepvirus. Dat kan bijvoorbeeld door een besmet voorwerp aan te raken, zoals een deurklink. Ook hoesten en niezen zijn belangrijke bronnen van besmetting: het virus verbergt zich in de minuscule druppeltjes die bij een nies- of hoestbui in de ruimte worden gekatapulteerd.

Hoewel het niet aan te raden is om met natte haren of weinig kleren in de vrieskou te lopen, zal dat op zich geen griep veroorzaken. Het echte gevaar schuilt in slechte handhygiëne en besloten ruimtes. Zorg dus voor voldoende verluchting, was regelmatig de handen en vermijd potentiële broeihaarden door deurklinken, toetsenborden en telefoons regelmatig schoon te maken. En dat het hele jaar door!

3. “Als ik me niet ziek voel, ben ik ook niet besmettelijk”

Vaak dragen mensen de griep met zich mee zonder symptomen te vertonen, bijvoorbeeld omdat hun eigen weerstand het virus de baas kan. Toch kunnen ook deze ‘dragers’ anderen besmetten. Wie de griep te pakken heeft, is besmettelijk vanaf een dag voor tot zes dagen na de eerste symptomen. Denk dus niet te snel dat het gevaar geweken is, en blijf preventietips zoals goede handhygiëne toepassen.
 

4. “Buikgriep is ook griep”

De naam ‘griep’ wordt op heel wat verschillende kwaaltjes gekleefd. Zo spreekt men ook weleens over ‘buikgriep’, met diarree en braken als kenmerkende symptomen. Deze aandoening wordt echter veroorzaakt door besmettelijke entero- of norovirussen, die geen enkel verband hebben met het influenzavirus.

Bij kinderen kan gewone griep soms wel diarree en braken veroorzaken, maar als er geen sprake is van koorts of spierpijn, gaat het waarschijnlijk om een andere aandoening. 

5. “Enkel antibiotica helpen”

Fouter kan niet! Griep is een virale infectie, dus antibiotica – die enkel bacteriën bestrijden – hebben geen enkele zin. Alleen als u bovenop de griep ook nog eens een bacteriële infectie oploopt, kan antibiotica aangewezen zijn. Beslis dit echter niet op eigen houtje en raadpleeg altijd eerst een dokter. 
 

6. “Het vaccin veroorzaakt griep”

Dit is ongetwijfeld een van de meest hardnekkige misverstanden. Hoewel een vaccin het virus bevat, is dit virus niet actief. Het kan je dus niet ziek maken, maar stoomt je immuunsysteem wel klaar voor een ‘echte’ aanval. Enkel in zeer uitzonderlijke gevallen kunnen mensen koortsig reageren.

7. “Met een griepvaccin ben ik 100% veilig”

Het griepvaccin is een uitstekende manier om het virus uit de organisatie te weren, maar helemaal veilig ben je nooit. Een vaccin verlaagt het risico op ziekte met 70 tot 90%. Wie toch ziek wordt, herstelt wel sneller en loopt minder risico op complicaties zoals bronchitis of longontsteking. Ook goed om te weten: pas een tweetal weken na de inenting is je lichaam klaar om de strijd met het griepvirus aan te gaan. 

8. Eén vaccinatie volstaat

Omdat de afweerstoffen in ons lichaam na een tijdje afnemen, biedt een vaccin ongeveer zes maanden bescherming. Bovendien ondergaat het griepvirus elk jaar kleine veranderingen. Aan de hand van het virus van de voorbije griepgolf en de voorspellingen voor de komende griepseizoen, worden de nieuwe griepvaccins samengesteld. Een jaarlijkse inenting is dus aangewezen.
 

9. “Een vaccin is enkel nuttig voor oudere mensen”

Hoewel het vaccin in de eerste plaats voor risicogroepen dient, kunnen ‘gezonde mensen’ zich ook laten vaccineren. Voor bepaalde beroepscategorieën is het zelfs een must. Denk maar aan mensen die in de gezondheidssector werken: door zich te laten vaccineren beschermen ze ook hun patiënten met een zwak immuunsysteem. Ook voor andere werknemers is het griepvaccin een uitstekende oplossing: zowel om de eigen gezondheid en die van collega’s te beschermen als om de organisatie te behoeden voor ziekteverzuim door griep.

10. “Ik heb dit jaar al griep gehad, dus ik hoef geen prik”

Zo belanden we weer bij het eerste misverstand: de symptomen van griep kunnen worden veroorzaakt door verschillende soorten virussen, waaronder ook ‘gewone’ verkoudheden. De kans bestaat dus dat je niet het influenzavirus opliep, waardoor je dus ook geen antistoffen hebt opgebouwd. Kortom: vaccinatie blijft de slimste keuze!

Ontdek hoe je met de juiste vaccins je medewerkers ook buiten het griepseizoen optimaal kan beschermen op de werkvloer.

Lees ook:
DOSSIER - Geef griep geen kans en bescherm je medewerkers
POSTER - Help jij grip krijgen op de griep?

Vermijd ziekteverzuim door griep: vaccineer je medewerkers

Vanaf eind juni 2024 zal je opnieuw griepvaccins kunnen bestellen voor je medewerkers.