In 6 stappen voorbereid op moederschapsbescherming

Wordt een van uw medewerksters binnenkort mama? Dan wilt u er natuurlijk zeker van zijn dat haar taken op de werkvloer geen gevaar inhouden. Maar wat betekent moederschapsbescherming precies? En hoe bereidt u zich erop voor?

1. Wees voorbereid

Elke werkgever moet preventief een risicoanalyse uitvoeren en een beleid uitstippelen als een medewerkster in dienst treedt, ook al is ze niet zwanger. Kunnen haar taken gevolgen hebben voor haar gezondheid of die van de baby, voor het verloop van de zwangerschap of voor borstvoeding? Alleen onderzoek kan dat uitwijzen. Op basis van de resultaten kunt u de nodige preventiemaatregelen voorbereiden.

U kunt hiervoor terecht bij de bedrijfsarts en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Vertrekpunt is de lijst van agentia, arbeidsomstandigheden en procedures uit bijlages I en II van het KB van 2 mei 1995.

2. Meteen op de hoogte

Is een van uw medewerksters zwanger? Dan brengt ze u het beste zo snel mogelijk op de hoogte. Want vanaf dat moment treden de voorziene preventiemaatregelen in werking. Bovendien geniet ze wettelijke ontslagbescherming en recht op afwezigheid in bepaalde gevallen.

Nadat u het medisch attest hebt ontvangen, brengt u de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming (EDPB) op de hoogte voor een onderzoek. De bedrijfsarts bezorgt u en uw werkneemster nadien zijn of haar bevindingen.

3. Snel aangepast

Op basis van de voorbereidende analyse kiest de bedrijfsarts vlot de meest geschikte optie:

  • tijdelijk de arbeidsomstandigheden of werktijden aanpassen;
  • of tijdelijk andere opdrachten laten uitvoeren.

Kunt u als werkgever het advies van de bedrijfsarts niet volgen? Dan kunt u dit aan het ziekenfonds melden, en de medewerkster tijdelijk laten stoppen met werken.

  • De bedrijfsarts geeft tijdens de raadpleging alvast een attest mee, dat u invult als dat nodig blijkt.
  • U hoeft geen salaris uit te keren. De werkneemster kan namelijk een beroep doen op een uitkering van het ziekenfonds.

4. Wat met nachtarbeid of overwerk?

Nachtwerk en zwanger zijn: het is geen evidente combinatie. Daarom kan een zwangere medewerkster nachtarbeid weigeren:

  • vanaf acht weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum, zonder medisch getuigschrift;
  • altijd met medisch getuigschrift, tot maximaal vier weken na de bevalling.

Een alternatief kan dagarbeid zijn, of – als dat niet kan – de arbeidsovereenkomst tijdelijk schorsen. Dat de werkneemster een ander arbeidsstelsel aanvraagt, behoort ook tot de mogelijkheden.

  • Zonder medisch getuigschrift kan dat vanaf drie maanden vóór tot drie maanden na de geboorte.
  • Met getuigschrift kan dit tijdens de zwangerschap of vanaf drie maanden na de bevalling.

Overwerk laat de wet niet toe tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode. Uitzonderingen zijn er voor medewerksters met een vertrouwenspost of in een leidinggevende functie.

5. Terug aan de slag

Hebt u speciale maatregelen genomen voor een zwangere medewerkster? Dan moet ze een medisch onderzoek ondergaan uiterlijk tien dagen na de werkhervatting.

6. Recht op lactatieverlof?

De risicoanalyse spoort niet alleen risico’s tijdens de zwangerschap op, maar houdt ook rekening met gevaren in de borstvoedingsperiode. Lukt het niet om, tot maximaal vijf weken na de geboorte, risicovrij werk aan te bieden? Alleen dan is lactatieverlof een optie. Het ziekenfonds komt tussenbeide.

Lactatieverlof is dus niet hetzelfde als borstvoedingsverlof. Bij dat laatste gaat het immers om onbezoldigd verlof (tenzij een cao anders bepaalt), waarvoor toestemming van de werkgever vereist is.