Het werkgelegenheidsplan 45+’ers: hoe hou je oudere medewerkers optimaal aan het werk?

Welke maatregelen tref je om het aantal 45+’ers te behouden of verhogen binnen de onderneming? Als organisatie met meer dan 20 medewerkers moet je in het kader van cao 104 jaarlijks een werkgelegenheidsplan opstellen. Wij zetten de regels en procedures op een rijtje!

‘Oudere’ medewerkers aantrekken of langer aan het werk houden door de werkomstandigheden naar hun kunnen aan te passen: dat is het opzet van het werkgelegenheidsplan voor 45+’ers. Sinds 2013 moet elke organisatie met meer dan 20 medewerkers in zo’n plan voorzien. Jaarlijks, of in een meerjarenplan.

Telt jouw onderneming 20 medewerkers?

Het aantal medewerkers in je organisatie wordt vastgesteld op de eerste kalenderdag van het jaar waarin je het werkgelegenheidsplan opmaakt. Om het officiële aantal te bepalen kijk je naar het aantal medewerkers in voltijdse equivalenten. Dit aantal wordt voor vier jaar vastgesteld.

Een voorbeeld. Had je bij de telling op 2 januari 2025 meer dan 20 medewerkers in dienst, dan is een werkgelegenheidsplan verplicht voor de onderneming. Was dat niet het geval, dan mloet je tot en met 2028 niets te doen.

Stap voor stap naar een werkgelegenheidsplan

1. Opmaak van ontwerp

Op de website van FOD WASO vind je een template voor een werkgelegenheidsplan. Daar kies je uit een lijst van (niet-limitatieve) actiegebieden, opgenomen in cao 104:

  • loopbaanontwikkeling en -begeleiding binnen een bedrijf;
  • kansen voor een medewerker om via interne mobiliteit een aangepaste functie te krijgen, naargelang zijn of haar mogelijkheden en competenties;
  • mogelijkheden om de arbeidstijd en werkomstandigheden aan te passen;
  • opruiming van fysieke en psychosociale belemmeringen om aan het werk te blijven;
  • systemen van erkenning van verworven competenties;
  • enzovoort.

 

2. Presentatie

Is het ontwerp klaar, dan leg je dat binnen de drie maanden na afsluiting van het boekjaar voor aan de ondernemingsraad. Voor de meeste bedrijven ligt die deadline op 31 maart.

Is er geen ondernemingsraad, dan leg je het plan voor aan de vakbondsafvaardiging. Ontbreekt ook die, dan gaat het ontwerp naar het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). Indien er ook geen CPBW is, krijgen de medewerkers een zeg.

 

3. Overleg

De vertegenwoordigers (een van bovenstaande groepen) brengen binnen de twee maanden na ontvangst van het ontwerp een advies uit. Daarin kunnen zij eventueel aanvullende of alternatieve voorstellen doen. Volg je dit advies niet, dan moet je die beslissing binnen de twee maanden toelichten.

Indien je onderneming meer dan 20 maar minder dan 50 medewerkers telt en niet over een CPBW of vakbondsafvaardiging beschikt, dan informeer je enkel de medewerkers over het plan. Overleg is hier niet nodig.

 

4. Informatie

Is het plan afgerond, dan informeer je de ondernemingsraad (of een andere vertegenwoordiging, zie de volgorde hierboven) over de resultaten van de maatregelen die werden genomen.

 

5. Bewaringsplicht

Je bent verplicht om het werkgelegenheidsplan 5 jaar te bewaren.

 

 

Hoe kan Mensura je helpen?

Wij helpen je met het opstellen van een werkgelegenheidsplan 45+. Zo begeleiden we je bij het uittekenen van een degelijk tewerkstellingsbeleid voor oudere medewerkers. Laat je gegevens achter via onderstaand formulier en we nemen zo snel mogelijk contact op met je.

Vink hieronder aan dat je geen robot bent. Zo weten wij dat jouw bericht geen spam is.