Re-integratie via VDAB: deze maatregelen ondersteunen terugkeer naar (aangepast) werk

Bij een re-integratietraject kunt u niet alleen rekenen op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Ook de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, kortweg VDAB, biedt ondersteuningsmaatregelen voor werkgever én werknemer. Mensura lijst ze voor u op.

1. Wie kan bij de VDAB terecht?

  • Om als persoon in aanmerking te komen voor de dienstverlening rond re-integratie van de VDAB, moet er sprake zijn van ziekte. De duur van de ziekte is niet bepalend: zowel wie recent ziek werd of al langer dan een jaar een ziektestatuut heeft, komt in aanmerking.
  • Een arbeidscontract is geen vereiste.
  • De betrokkene kan zich pas inschrijven bij de VDAB na toestemming van de adviserende arts van de mutualiteit.

Aankloppen bij de VDAB kan via de adviserende arts van de mutualiteit, de bedrijfsarts of op eigen initiatief in een werkwinkel in de buurt, via de servicelijn (0800 30 700) of online.

2. Welke ondersteuning biedt de VDAB aan ter bevordering van de re-integratie naar (aangepast) werk?

1. Betaling herscholingskosten
De VDAB kan een nieuwe opleiding bekostigen. Dat gaat als volgt:

  • Na aangifte van het dossier bij de VDAB moet de adviserende arts van de mutualiteit zijn akkoord geven. Daarbij beoordeelt de arts twee vragen: is de betrokkene arbeidsongeschikt op het moment van aanvraag van herscholing? En: is de opleiding compatibel met het ziektebeeld of de beperkingen van de betrokkene?
  • Bij akkoord van de arts, kan de werkgever of de betrokkene (als er geen arbeidscontract is) de opleiding opstarten op kosten van de VDAB. De persoon in kwestie behoudt zijn of haar ziektestatuut tijdens de duurtijd van de opleiding, tot zes maanden na afloop.
  • In een later stadium beoordeelt een adviescomité van het RIZIV de aanvraag tot herscholing. Bij akkoord krijgt de betrokkene extra vergoedingen als incentive (€ 5 per gevolgd lesuur, plus € 500 als de betrokkene voor de opleiding slaagt). Let op: dit zijn brutobedragen!

2. Begeleiding op de werkvloer rond aangepast werk
De VDAB kan een belangrijke rol spelen in het screenen van de restcapaciteit van de betrokken werknemer. Om dat proces op te starten dient uw werknemer een aanvraag in bij de Dienst Arbeidsbeperking (hierna ‘DABP’). De arbeidshandicapspecialist beslist of de werknemer recht heeft op een tewerkstellingsbevorderende maatregel. Dat kan bijvoorbeeld een arbeidspostaanpassing zijn of een aanpassing aan het arbeidsgereedschap.

Eventueel komt een arbeidshandicapspecialist op de werkvloer kijken welke aanpassingen noodzakelijk zijn. De bedrijfsarts kan hem daarbij vergezellen.

Aanpassingen aan de arbeidspost moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • de aanpassingen zijn noodzakelijk om de taak uit te voeren;
  • ze vereisen een tussenkomst van de werkgever;
  • het betreft louter niet-courante aanpassingen (bv. een traplift, een hellend vlak, een aangepaste firmawagen, een aangepaste machine…);
  • de werknemer moet minstens zes maanden in dienst blijven na het doorvoeren van de aanpassingen.

Is aan deze voorwaarden voldaan, dan betaalt de VDAB de installatie en de aankoop van de arbeidspostaanpassingen. Koopt de werkgever een aangepast model van benodigd materiaal, dan betaalt de VDAB enkel het verschil in prijs tussen het aangepaste model en het standaardmodel.

Aanpassingen aan het arbeidsgereedschap moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • de aanpassingen vereisen een tussenkomst van de werknemer,
  • ze zijn noodzakelijk voor de taak en het materiaal blijft eigendom van de werknemer. Belangrijk: het gaat hier over situaties waarbij de werkgever het materiaal niet sowieso al ter beschikking stelt of moet stellen voor de functie (bv. een standaard ergonomische stoel);
  • het betreft enkel niet-courante aanpassingen (bv. een groter scherm, een brailleleesregel, FM-apparatuur, orthopedische veiligheidsschoenen…).

De VDAB betaalt het aangepaste arbeidsgereedschap eventueel rechtstreeks aan de leverancier.

3. Toekenning Vlaamse Ondersteuningspremie (hierna ‘VOP’)
Mogelijke toepassingen van de VOP zijn aanpassingen van het uurrooster, aanpassingen van het takenpakket, veelvuldige afwezigheid door handicap, rendementsverlies, meer begeleiding en ondersteuning van de rechtstreeks verantwoordelijken, …

Als werkgever kunt u een VOP aanvragen bij het Departement Werk en Sociale economie, zodra de DABP het recht op de premie toegekend heeft aan de werknemer. De voorwaarden voor een VOP-aanvraag door de werknemer vindt u terug op de website van de VDAB.

Een VOP aanvragen voor een werknemer kan enkel als hij/zij tewerkgesteld is:

  • in de privésector,
  • in het onderwijs,
  • als uitzendkracht,
  • bij een lokaal bestuur (op voorwaarde dat betrokkene na 1/10/2018 aangeworven is bij een provincie, gemeente, OCMW of verzelfstandigd agentschap of vereniging)
  • of in een maatwerkbedrijf (op voorwaarde dat betrokkene na 1/1/2015 aangeworven is of als doelgroepwerknemer doorstroomt naar een functie in het gewone arbeidscircuit).

Voor werknemers bij de overheid of die werkplekleren volgen, kunt u geen VOP aanvragen.

Er zijn twee soorten VOP:

  • De premie van onbeperkte duur (geldt voor een periode van vijf jaar).
    De DABP kent het recht op deze premie toe als de arbeidshandicap langdurig en ernstig is. Een verlenging moet 6 maanden voor het einde van de lopende premie worden aangevraagd. De hoogte van de premie bedraagt in het eerste jaar: 40% van het referteloon, in het tweede jaar: 30% van het referteloon en vanaf het derde jaar: 20% van het referteloon.
  • De premie van tijdelijke duur (geldt voor een periode van twee jaar).
    De DABP kent het recht op deze premie als het niet duidelijk is welke impact de arbeidshandicap van de werknemer heeft op langere termijn of als de impact als tijdelijk wordt ingeschat. Na 2 jaar kan een verlenging aangevraagd worden. Dat moet 6 maanden voor het einde van de lopende premie gebeuren. De hoogte van de premie bedraagt 20% van het referteloon.

In specifieke en uitzonderlijke gevallen kan een verhoging van de premie worden aangevraagd tot maximaal 60% van het referteloon van de werknemer. Dat kan bijvoorbeeld wanneer het rendementsverlies groter is dan 60% van het referteloon van de werknemer door een combinatie van fysieke en psychische problematiek.

3. Andere maatregelen: verplaatsingsvergoeding en gebruik tolk

De VDAB kan een vergoeding verlenen aan een werknemer die zich vanwege een arbeidshandicap naar het werk verplaatst:

  • met een begeleider bij het nemen van het openbaar vervoer;
  • met behulp van een gemotoriseerd voertuig omdat de werknemer het openbaar vervoer niet meer kan nemen;
  • met behulp van een gespecialiseerd voertuig (bv. speciale bus).

De betrokken persoon kan elk jaar een aantal uren gratis beroep doen op een tolk Vlaamse gebarentaal, schrijftolk of oraaltolk. Concreet gaat het om 18 uur per jaar, als de betrokkene op zoek is naar werk of een andere job, of om 10% van de effectieve werktijd als de betrokkene een tolk nodig heeft om zijn werk beter uit te voeren. Als het nodig is, kan die tijd verhoogd worden met 10, 20 of 30%.

Bijkomende vragen?

Heeft u nog bijkomende vragen of wenst u een dossier bij de VDAB te openen? Bel dan het gratis nummer 0800 30 700 of mail naar een contactpersoon binnen de VDAB.