Communiceren over veiligheid: meer is niet noodzakelijk beter

Hangen de muren van uw bedrijf vol veiligheidsvoorschriften en infografieken om medewerkers attent te maken op het belang van veilig werken? Dan is de kans groot dat niemand die nog leest. “Veiligheidscommunicatie is pas efficiënt als ze gericht wordt ingezet”, benadrukt Iris Vanstraelen, extern preventieadviseur bij Mensura. “Eenvoud en regelmaat vormen hierbij de spil.”

Overdaad schaadt, middelmaat baat. Met informatie over veiligheid is het net zo. Wie wil opvallen, moet schalen. Minder maar beter informeren is de boodschap. “Het tijdstip waarop je over veiligheid communiceert, is erg belangrijk”, aldus Iris. “Veiligheid als deel van het onboardingverhaal is een eerste, essentiële stap. Daarvoor ontwikkelde Mensura de Check-In Tool. Maar herhaling is essentieel om de principes ook in gedrag te verankeren. Bedrijven die elke dag tijd maken voor veiligheid creëren een groter draagvlak voor veilig werken.”

Bestaat er zoiets als ideale veiligheidscommunicatie?

Iris: “Hoe een bedrijf communiceert over veiligheid hangt af van factoren zoals de sector of de omvang. In kleine bedrijven bereik je makkelijker de mensen op de werkvloer, terwijl grote bedrijven meer top-down moeten werken. Ik herinner me nog de tijd dat handleidingen rond veiligheid meer dan twintig pagina’s telden: langdradig en uitvoerig uitgelegd. Dat is gelukkig voorbij, vandaag mag het kort en bondig. Zelf ben ik een grote voorstander van visuele communicatie. Filmpjes, posters, flowcharts… Beelden trekken de aandacht en blijven sowieso beter hangen.”

Wordt er nog te vaak klassiek gecommuniceerd over veiligheid?

Iris: “Meer en meer bedrijven maken de shift naar gerichter en duidelijker communiceren. Ze laten de dikke draaiboeken en instructiekaarten achterwege, en voorzien in luchtigere alternatieven op maat van de werkvloer. Hoe en wat je precies communiceert, verschilt naargelang de risico’s van de arbeid.”

“Voor elke werkpost en machine moet eerst een risicoanalyse gebeuren. Maar die communiceer je niet noodzakelijk in zijn geheel. Voor de mensen in de praktijk is het belangrijk dat ze het restrisico kennen, bv. de kans op snijwonden bij het gebruik van een scherp mes. Hieruit blijkt dan welke maatregelen ze moeten nemen om dit risico te beperken. Communiceer dus enkel wat nodig is en pas de inhoud en taal aan per specifieke werkpost.”

Maar met voorschriften en maatregelen alleen creëren we geen veiligheidscultuur. Welke tools kunnen hiertoe nog bijdragen?

Iris: “Een goede veiligheidscultuur is maar mogelijk als de werkgever overtuigd is van het belang ervan en dit actief mee opvolgt. Zonder zijn of haar steun en medewerking zal het nooit werken. Daarnaast is een cultuur iets dat in de mens zit ingebakken, dat gaat als het ware vanzelf. Ook veiligheid moet een automatisme zijn. Louter het organiseren van opleidingen volstaat niet.

“Veiligheid moet deel uitmaken van de dagelijkse werking. Dat kan op veel manieren en met de hulp van verschillende communicatoren. Bij de ploegwissel kort een aantal belangrijke veiligheidsissues aan bod laten komen, bijvoorbeeld. Peters en meters inschakelen om nieuwkomers te wijzen op de veiligheidsprocedures, een safety corner met alle relevante info inrichten, collega’s die het goede voorbeeld geven … al die zaken samen zorgen ervoor dat veiligheid een gewoonte wordt.”

Is die aandacht voor veiligheid overal even sterk aanwezig?

Iris: “Dat hangt ervan af. Een bedrijf kan op papier perfect in orde zijn met alle wettelijke voorschriften, maar daarom leeft veiligheid nog niet op de werkvloer. In een klein familiebedrijf, bijvoorbeeld, merken we vaak meer aandacht voor psychosociaal welzijn dan voor veiligheid. Een belangrijk actiedomein, maar een bedrijfsleider moet daarnaast oog hebben voor de pijler veilig en gezond werken.”

“Omgekeerd scoort een multinational, waarbij managers maandelijks de cijfers moeten rapporteren aan hun oversten, beter op veiligheid. Ook speelt daar een zekere groepsdruk: ze zien hoe andere bedrijven veiligheid aanpakken en willen niet onderdoen. Algemeen geldt: hoe groter het bedrijf, hoe meer aandacht voor veiligheid. Wellicht speelt hier de aanwezigheid van de verplichte overlegorganen – het Comité en de ondernemingsraad – en de inmenging van de vakbonden een grote rol.”

En zo blijkt nogmaals dat iedereen zijn rol heeft op het vlak van veiligheid?

Iris: “Absoluut! De interne en externe preventieadviseurs zijn maar een deel van de ketting. Hij of zij controleert, adviseert en stuurt bij waar nodig, maar heeft uiteraard geen sanctiebevoegdheid. Veiligheid is een taak van iedereen.”